Begrippenlijst Systemisch Werk
Vind hier de begrippenlijst met de belangrijkste begrippen rondom systemisch werk zoals familieopstellingen en organisatieopstellingen.
A
AFDALEN
In een systeem kun je door verschillende oorzaken van je eigen plek af zijn gegaan zonder dat je je daarvan echt bewust was. Afdalen betekent dat je naar een lager niveau gaat in de positionering van jouw systeem. Zo kun je bijvoorbeeld eerst zijn ‘opgestegen’ in de ordening van jouw systeem. Je neemt dan bijvoorbeeld de verantwoordelijkheden van je (groot)ouders over of je hebt een oordeel over iemand. Als je daarvan bewust bent, dan kun je weer ‘afdalen’ naar jouw eigen plek, met jouw eigen verantwoordelijkheden. Ook kun je vanaf jouw eigen plek zijn ‘afgedaald’, dan ga je naar een lagere plek in de ordening van jouw systeem. Dat ervaar je bijvoorbeeld wanneer je beste vrienden bent met je kinderen en niet meer de verantwoordelijkheden van de ouderrol op je neemt.
B
BALANS IN GEVEN EN NEMEN
Balans betekent afstemmen en voeling hebben voor de juiste maat waarbij men zich gewaardeerd voelt. Een systeem is voortdurend op zoek naar balans. Als je iets van iemand ontvangt, voel je je diep van binnen schuldig. Door weer iets terug te geven voel jij je weer ‘onschuldig’. Doordat de ander van jou kan aannemen, voelt hij zich weer schuldig en zal weer iets teruggeven. Dit heet uitwisseling. Deze uitwisseling is een dynamische balans is. Het is dus niet zo dat als jij je collega een uurtje helpt of dat als jij een keer koffie haalt dat de ander jou dan ook een uurtje helpt of dat de ander de volgende keer koffie haalt. Het is dynamischer en subtieler dan enkel dezelfde hoeveelheid en vorm teruggeven. Als de balans in geven en nemen te veel uit evenwicht raakt, dan gaat dat ongemakkelijk voelen. In dat geval kan de uitwisseling niet meer vrij stromen en zelfs eindigen. Balans in geven en nemen is één van de universele principes.
BEDDING
Bedding, of tegenwoordig ook vaak genoemd ‘holding space‘, kun je zien als het creëren van voorwaarden om liefdevol ruimte open te houden, zodat iemand anders de weg naar groei of de oplossing van een probleem kan vinden. Het betekent dat je zodanig naast iemand kunt staan dat de ander zich veilig genoeg voelt om kwetsbaar te zijn en de ruimte heeft om in een eigen tempo en op een eigen manier te kunnen groeien.
Bij ‘holding space’ is de basishouding, waarmee de begeleider wezenlijk contact maakt met zichzelf en met anderen, essentieel.
BEWUSTZIJN
Bewustzijn is het geestesvermogen dat het individu in staat stelt de buitenwereld waar te nemen en te verwerken. Oftewel het besef te hebben dat we bestaan, het besef te hebben van dat wat we ervaren, meemaken en denken, het besef te hebben van het eigen ik, ingebed in zijn omgeving. Naarmate je bewuster wordt, ga je anders tegen situaties aankijken. Als je bewustzijn toeneemt, ga je zuiverder waarnemen.
BINDING
Een van de principes van een familiesysteem is dat ieder lid van het systeem het recht heeft erbij te horen, een plek in dat systeem te hebben. Binding komt voort uit die diepmenselijke behoefte aan fysieke en emotionele vereniging; uit het grote verlangen erbij te horen. Van oorsprong is hechten een overlevingsgegeven. Er is een groot verschil tussen binding en verbinding.
Binding ontstaat bij alle ervaringen waar wij ons openen, ook wel imprints genoemd. Dit is een gegeven, we komen hier niet van los. Zo kun je je binden aan mensen, bijvoorbeeld aan je ouders, je partner, maar ook aan de veroorzaker van een auto-ongeluk of een dader bij seksueel misbruik. In de ouder-kindrelatie is onvrije binding een gegeven. Tijdens het opgroeien wordt de verbinding natuurlijkerwijs minder en omgezet in verbinding.
Je kunt ook in verbinding staan met mensen. Een verbinding is vrij en zuiver van mens tot mens, zonder dat er zaken ‘in de weg zitten’. Dit betekent dat er een ‘wij’ is dat door een afzonderlijk ‘ik’ en ‘jij’ steeds in het moment vorm wordt gegeven op basis van bewuste keuzes. Wanneer we niet geleerd hebben de binding los te laten en ons eigen pad te kiezen, strijden we in bijvoorbeeld relaties tegen de binding, terwijl we het dan eigenlijk daarmee in stand houden. Met verbinden wordt bedoeld: in staat zijn om zowel te geven als te ontvangen.
BOVENSTROOM
De bovenstroom wijst op de zichtbare aspecten binnen het systeem. Daarbij kun je denken aan alles wat zichtbaar is zoals gedrag, datgene wat gezegd en gedaan wordt en symptomen die zich openbaren. De onderstroom omvat alles wat niet zichtbaar is. Denk daarbij aan de cultuur, emoties en bepaalde dynamieken. Vergelijk het met een ijsberg waarbij slechts het puntje van de ijsberg (de bovenstroom) te zien is, maar het grootste gedeelte onder water bevindt en niet zichtbaar is (de onderstroom). De bovenstroom daarentegen beïnvloedt de onderstroom en de onderstroom beïnvloedt de bovenstroom. Met systemisch werk probeer je het onzichtbare zichtbaar te maken.
C
COLLECTIEVE GEWETEN
Het tweede geweten is het collectieve geweten en zorgt voor de overleving van een systeem als geheel. Het wordt ook wel het familiegeweten of het systeemgeweten genoemd omdat het betrekking heeft op het voortleven van het hele systeem, zoals de familie, de kudde, de organisatie, etc. In tegenstelling tot het persoonlijk geweten is het onbewust en is dit niet voelbaar of waarneembaar, het werkt in het verborgene. De effecten zijn wel merkbaar. Het gaat hierbij ook niet over goed en fout.
Het collectieve geweten zorgt niet voor het individu maar het waakt over het hele systeem. Daarbij gaat het systeem als geheel, voor het individu en kan het dus zelfs individuen opofferen zodat het systeem kan blijven voortbestaan. Het gaat op het gebied van dit geweten over dat niemand mag worden uitgesloten, alles en iedereen hoort erbij, iedereen heeft een eigen plek en de balans tussen geven en nemen.
CONDITIONERING
Conditionering is in de psychologie een verzamelterm voor leerprocessen waardoor een organisme zich aanpast aan de omgeving. Bij conditionering toon je bepaald gedrag nadat je bent blootgesteld aan een bepaalde prikkel. Het meest bekende voorbeeld van conditionering is het onderzoek met de hond uitgevoerd door Ivan Pavlov. Tijdens dit experiment liet Pavlov elke keer als zijn hond ging eten een belletje horen. Na een tijdje, koppelde de hond het belletje aan eten. Door deze conditionering ging de hond op den duur al kwijlen op het moment dat hij het belletje hoorde, zonder dat er eten was. Conditionering komt in het dagelijks leven veel voor. Een mooi voorbeeld vind je terug in de beloning en bestraffing van kinderen.
CONSTELLATIE
Een constellatie is een ander woord voor opstelling. Een opstelling is een ruimtelijke weergave van een systeem, bijvoorbeeld van je familie of van de organisatie waarin je werkt. Een opstelling geeft een andere kijk op de oorzaken van bepaalde emoties of gedrag. Het maakt het onzichtbare zichtbaar.
Een opstelling vindt plaats 1-op-1 of in groepsverband, onder leiding van een professionele opsteller. Als deelnemer breng je een vraag of thema in. Daarna kies je uit de groep aanwezigen of voorwerpen, enkele representanten die staan voor jouzelf, jouw familie of voor het thema. Deze representanten vertegenwoordigen bijvoorbeeld je vader, moeder, opa of oma, maar kunnen ook staan voor een thema, je manager, het bedrijf of de last die je draagt. Met deze representanten maak je een zogenaamde ruimtelijke opstelling. Je zet jouw innerlijke beeld neer waar je vervolgens van een afstand naar kunt kijken. Representanten geven weer wat zij op die plek ervaren. Je maakt in principe een levende foto van jouw innerlijk beeld. Hierdoor worden onbewuste verbanden en patronen zichtbaar.
D
DADER
De dader-slachtoffer dynamiek is een veel voorkomende en zeer belangrijke dynamiek in systemisch werk, waarbij de dader en slachtoffer energetisch aan elkaar verbonden zijn geraakt. Dader wordt men door een daad waarmee men een ander schade toebrengt. Denk daarbij aan geweld, doodslag, diefstal, maar ook aan liegen of bedrog. Slachtoffer wordt men door het opdoen van lichamelijke of psychische schade. Daarbij is een onderscheid tussen daadwerkelijk dader/slachtoffer zijn en dader/slachtoffergedrag. Een daadwerkelijk slachtoffer heeft bijvoorbeeld een direct pijnlijke en traumatische ervaring opgedaan en zit dus vol met primaire gevoelens.
Daderschap wordt zowel bewust als onbewust uitgeoefend. Zo kan het daderzijn voor zware schuldgevoelens zorgen, schaamte en angst. Het is een menselijke reactie dat je begaan bent met het slachtoffer en dat je daardoor mogelijk partij kiest. In systemisch werk wil je daarom innerlijk naast de dader gaan staan in plaats van naast het slachtoffer.
DUBBELBEELD
Bij een dubbelbeeld wordt de persoon of iets uit het ene (deel van het) systeem verward met iemand uit een ander deel of een ander systeem. Het is het verschijnsel dat we op iets, zoals een persoon, maar ook op een product of land, van alles projecteren zonder dat we ons daar bewust van zijn. Je zou het kunnen vergelijken met twee films die over elkaar heen zijn geschoven; Je kijkt naar je dochter, maar onbewust gedraag je je alsof zij haar vader is, jouw ex-partner. Of je kijkt naar je manager, maar je projecteert het beeld van je vader. Ook in een relatie kan een dubbelbeeld ontstaan. Mensen zien dan zogenaamde dubbelbeelden als ze naar hun (potentiële) partner kijken. Als je naar je partner kijkt, staat er een onzichtbare persoon vlak achter je partner; vaak je moeder of je vader. In het dagelijkse leven zie je dat natuurlijk niet, maar op een ander niveau zie je ze daar staan. Interventies bij een dubbelbeeld zijn om het eerst te erkennen, de beelden van elkaar te scheiden en/of systemisch te parkeren. Een dubbelbeeld is heel gewoon, we zijn onderdeel van verschillende systemen, waardoor het logisch is dat het ene systeem op het andere wordt geprojecteerd. Dubbelbeelden zijn daarom niet goed of slecht. Soms versterken ze een situatie, soms werken ze belemmerend.
DUBBELE BINDING
Dubbele binding is een dilemma in de communicatie waarbij een individu of groep twee of meer tegenstrijdige berichten ontvangt. Zo ontstaat dubbele binding als een kind voortdurend dubbele boodschappen van de ouder krijgt. Denk daarbij aan als een moeder haar kind vertelt dat ze van hem houdt, terwijl ze zich tegelijkertijd met afkeer afwendt. Of wanneer je je kind opdraagt spontaan te zijn, alleen de opdracht al is strijdig met spontaniteit. Je zit klem. Welke boodschap het kind ook opvolgt, in de ogen van de ouder is het altijd fout en wordt het altijd veroordeeld. Er is dus eigenlijk geen keuzevrijheid en het begint daarom met het erkennen van hoe ingewikkeld de situatie is. Vrijheid ontstaat door het innemen van de eigen plek, oftewel de kindplek tegenover de ouder.
DYNAMIEK
Een dynamiek is de beweging van relaties of posities tussen leden van een systeem. Het is de innerlijke beweging van een persoon of representant in de opstelling. Het gaat daarbij voornamelijk om wat er zich tussen de leden afspeelt, en niet zo zeer om wat er in de leden afspeelt. De onderlinge dynamieken geven weer wat het spanningsveld is en met welke verstoorde basisprincipes we in het systeem te maken hebben. Door het herkennen van dynamieken heb je de sleutel in handen om een patroon te openen. Een dynamiek heeft een signaalfunctie en brengt iets aan het licht, dat verband houdt met het voortbestaan van het gehele systeem.
Enkele bekende belastende dynamieken zijn:
– Ik draag het voor jou
– Ik volg je
– Liever ik dan jij
– Het zal mij niet beter gaan dan jou
– Je stellen boven een ander
– Zoveel geven ten koste van jezelf
E
EENHEID-GEWETEN
Het eerste geweten is het persoonlijk geweten en zorgt voor de overleving van het individu. Het wordt ook wel het eenheid-geweten of groep-geweten genoemd omdat het betrekking heeft op het individu in een groep of eenheid zoals een familie of een team.
Dit geweten ervaar je op een bewuste manier en het lijkt op een zintuig dat je laat weten in welke mate je ergens bij hoort of niet, binnen de regels van de groep blijft en het geven en nemen in balans is. Het is een innerlijk besef van goed en kwaad en je zou het kunnen omschrijven als een innerlijk oriëntatiepunt. Denk daarbij aan het gevoel als je ergens bij hoort of niet, je je aan de groepsregels houdt of dat je een bepaald kader zou willen ervaren om je veilig te voelen. Het persoonlijke geweten vertelt je de do’s and don’ts van een groep. Zo kan het dus zijn dat iemand anders reageert in de ene groep dan in de andere groep.
EMOTIES
Een emotie is een innerlijke beleving of gemoedsbeweging dat door een bepaalde situatie wordt opgeroepen of spontaan kan optreden. Veel mensen vinden omgaan met eigen en andermans emoties erg lastig. Een emotie zet iets in beweging, zowel negatief als positief. Emoties ontstaan namelijk omdat iets je raakt. Om goed met je emoties om te kunnen gaan, is het fijn om onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende gevoelscategorieën. Zo onderscheiden we in systemisch werk op emotioneel niveau vier soorten gevoelens:
1) Primaire
2) Secundaire
3) Overgenomen
4) Meta
ENERGETISCH VELD
In systemisch werk wordt gebruik gemaakt van de ruimte als energetisch veld, Bert Hellinger noemde dit ‘het wetende veld’. Dit wetende veld is een bron tijdens opstellingen. In een opstelling openbaart zich dit krachtenveld, waarvan niet precies bekend is hoe dit werkt. Rupert Sheldrake was een van de eerste wetenschappers die hier een naam aan gaf namelijk het morfisch veld. Het betreft een veld waarin leden van een familie of een groep van soortgenoten onderdeel van zijn en samen dezelfde intelligentie delen. Door dit veld ervaren begeleider, maar ook de cliënt en representanten wat er gaande is in het (familie)systeem.
ERBIJ HOREN
Erbij horen is één van de universele principes van systemisch werk. Het gaat over dat iedereen recht heeft op een plek in het systeem. Niemand mag worden vergeten of buitengesloten. Erbij horen gaat niet alleen over evenveel recht hebben op een plek, maar gaat ook over groepsregels. Als kind probeer je namelijk al snel te achterhalen wat de ‘regels’ zijn. We voelen vaak vrij direct de do’s en de don’t’s van een bepaalde groep zijn, een soort zesde zintuig. Voldoen we aan de regels dan voelen we ons geaccepteerd, geborgen en gezien. Wijken we af van deze regels dan roept dat een diepe angst op om uitgesloten te worden. In je familiesysteem wordt je geboren en daar hoor je dus automatisch bij. Groepen waar je voor kunt kiezen bijvoorbeeld vrienden, een organisatie of een land.
ERKENNEN
Erkennen is een van de meest helende bewegingen in systemen. Erkennen is het aan jezelf en aan anderen toegeven dat de werkelijkheid is, zoals die is. Erkennen is dus het gegeven nemen zoals het is, zonder er iets aan te willen veranderen. Je ouders zijn zoals ze zijn, je leidinggevende is nu je leidinggevende en de fout die gemaakt is, die is gemaakt. Het is zoals het is, hoe graag je soms ook zou willen dat het niet zo zou zijn. Erkennen betekent niet dat je het er ook mee eens moet zijn. Een vervelende gebeurtenis uit het verleden die heeft plaatsgevonden, hoeft niet mooier gemaakt te worden dan dat die is, maar door eerst te erkennen kun je nu wel anders naar de situatie leren kijken en het een plaats geven. Het is dus een helende principe en daarnaast onderdeel van de universele principes.
EVOLUTIONAIR GEWETEN
Het derde geweten is het spirituele geweten en het geweten dat uitstijgt boven het persoonlijk geweten en het collectieve geweten. Het wordt ook wel het evolutionair of het universele geweten genoemd omdat het zorgt voor de grote stroom van ontwikkeling. Hellinger noemde dit geweten Geist (Geest). Het is een kracht die hele samenlevingen in beweging brengt en patronen kan ontwrichten. Het verwijst naar de verbinding met een groter geheel. Het kan gezien worden als een laag waarop geen polariteiten meer bestaan. Het overstijgt de dualiteit, het schept en het vernietigd zonder oordeel, het creëert goed en kwaad, licht en donker, etc. Ieder mens behoort tot het grotere geheel.
F
FAMILIE-GEWETEN
Het tweede geweten is het familie-geweten en zorgt voor de overleving van een familie als geheel. Het wordt ook wel het collectieve geweten of het systeemgeweten genoemd omdat het betrekking heeft op het voortleven van het hele familiesysteem. In tegenstelling tot het persoonlijk geweten is het onbewust en is dit niet voelbaar of waarneembaar, het werkt in het verborgene. De effecten zijn wel merkbaar. Het gaat hierbij ook niet over goed en fout.
Het familie-geweten zorgt niet voor het individu maar het waakt over het hele familiesysteem. Daarbij gaat het systeem als geheel, vóór het individu en kan het dus zelfs individuen opofferen zodat het familiesysteem kan blijven voortbestaan. Het gaat op het gebied van dit geweten over dat niemand mag worden uitgesloten, alles en iedereen hoort erbij, iedereen heeft een eigen plek en de balans tussen geven en nemen.
FAMILIEOPSTELLING
Een familieopstelling, is een opstelling met betrekking tot het familiesysteem. Het is een ruimtelijke weergave van het familiesysteem. Een opstelling geeft een andere kijk op de oorzaken van bepaalde emoties of gedrag. Het maakt het onzichtbare zichtbaar.
Een familieopstelling vindt plaats in groepsverband, onder leiding van een professionele opsteller. Als deelnemer breng je een vraag of thema in. Daarna kies je uit de groep enkele representanten die staan voor jouzelf, jouw familie of voor het thema. Deze representanten vertegenwoordigen bijvoorbeeld je vader, moeder, opa of oma, maar kunnen ook staan voor een thema. Met deze representanten maak je een zogenaamde ruimtelijke opstelling. Je zet jouw innerlijke beeld neer waar je vervolgens van een afstand naar kunt kijken. Representanten geven weer wat zij op die plek ervaren. Je maakt in principe een levende foto van jouw innerlijk beeld. Hierdoor worden onbewuste verbanden en patronen zichtbaar.
FAMILIESYSTEEM
NOG TE DOEN
FAMILIEZIEL
NOG TE DOEN
FENOMENOLOGIE
Fenomenologie is een filosofische stroming in de hedendaagse filosofie ontstaan op de grens van de 19e en 20ste eeuw. Letterlijk betekent fenomenologie: De verschijnselen laten spreken. Het gaat uit van de wisselwerking tussen de mens en de wereld om hem heen. Vanuit de fenomenologie luister je naar wat de verschijnselen je te vertellen hebben, met terughouding van theoretische bespiegelingen. Daarbij ga je dus niet uit van bepaalde vooronderstellingen en is het vrij van theorieën die verschijnselen causaal met elkaar in verband willen brengen.
FENOMENOLOGISCH WAARNEMEN
De fenomenologische basishouding is aandacht hebben voor de werkelijkheid, zoals die zich aan jou ontvouwt. Je gaat uit van de verschijnselen die zich voordoen, en neemt deze voor waar aan. Je zoekt dus niet naar de werkelijkheid, maar je stelt je bloot aan hoe de werkelijkheid zich aan jou toont. Je luistert naar wat deze verschijnselen te zeggen hebben en je bent daarbij terughoudend met theoretische beslommeringen en interpretaties. Alleen dan kun je de werkelijkheid toelaten.
Het begrip fenomenologisch laat zich het beste uitleggen door het tegenover het begrip analytisch te plaatsen. Beide zijn op zich waardevol maar beide geven andere inzichten. Als je iets analytisch onderzoekt kijk je gefocust en naar details. Je gaat daarbij op zoek naar verhoudingen en oorzaak-gevolg verbanden. De systemische fenomenologische houding ontstaat als de blik niet is gericht op iets tastbaars, maar op een groter geheel. Het vergt een open houding, je bent innerlijke onbevangen, vrij van oordelen, waarbij je niet in de verleiding komt om de werkelijkheid die aan het licht komt te manipuleren, milder te maken of aan te scherpen. De waarheid komt zoals hij komt.
FONTEIN
De fontein is een metafoor gebruikt door Els van Steijn in haar boeken De Fontein. Je familiesysteem met daarin jouw eigen plek is te vergelijken met een fontein met vele bakken op verschillende hoogten. Ergens in de bovenste bakken van de fontein staan de voorouders. In de laag eronder tref je de overgrootouders, daaronder je grootouders en daaronder jouw biologische ouders. De bak daar weer onder is de bak van jou met al je eventuele broers en zussen op volgorde van geboorte, de kindbak. De bak onder jou is bestemd voor jouw kinderen. Vanuit de hogere bakken vloeit rijkelijk water naar de bakken eronder. De bak eronder stroomt ook weer over en geeft water door aan de onderliggende bakken. Zie het als de levensenergie die wordt doorgegeven. Door op jouw eigen plek te staan, sta je in de stroming van de fontein en ben je het meest krachtig.
G
GENOGRAM
Een genogram is een overzicht van het familiesysteem. Een genogram maakt de historie van een familiesysteem zichtbaar en is heel fijn als je wilt ‘begrijpen’ waarom het nu gaat zoals het gaat. Het is te vergelijken met een stamboom die naast de feitelijke verbindingen van een of meerdere familiesystemen ook de emotionele en loyaliteitsbanden kan laten zien. Het gaat hierbij om de ‘feiten’ zoals wie zijn de leden, waar ben je opgegroeid, maar ook bijzondere gebeurtenissen, loyaliteiten en banden komen aan de orde.
Zowel de levende als de overleden familieleden worden vermeld. Bij het opstellen van een genogram denk dan aan de verschillende generaties zoals de generatie van de vraaginbrenger zelf, de generatie van zijn/haar ouders en grootouders. de eventuele partner en kinderen, ex-partners, de vraaginbrenger als kind tussen zijn broers en zussen en andere personen die eventueel een belangrijke rol hebben gespeeld. Bij het tekenen van een genogram wordt gebruik gemaakt van verschillende symbolen om het overzichtelijk te houden.
GEWETENS
Met behulp van duizenden opstellingen, ontdekte Bert Hellinger 3 mechanismen. Deze overlevingsmechanismen noemde hij de drie gewetens en zijn de basis van de systemisch fenomenologische manier van werken. De drie gewetens zijn als volgt:
1) Het Persoonlijk Geweten
2) Het Collectieve Geweten
3) Het Spirituele Geweten
H
HELENDE ZINNEN
Binnen het systemisch werk wordt gewerkt met helende zinnen. Deze bijna rituele zinnen creëren een opening, een oplossing of helpen om de stroom van de liefde te herstellen. Het uitspreken van deze positief geformuleerde zinnen zet iets in beweging. Hoewel dezelfde zinnen vaak in gelijk lijkende situaties gebruikt worden, mogen ze nooit routine worden. In contact staan met het systeem van de cliënt, in contact staan met de ziel, is leidend bij deze helende zinnen. Oftewel continue afstemmen op de ander en voelen wat passend is in de situatie. Bekende zinnen zijn: “Jij bent de grote en ik ben de kleine“, “Jij bent mijn vader en ik ben je kind“, “Ik heb je gemist“, “Kijk alsjeblieft vriendelijk naar me als ik het mezelf goed laat gaan” maar ook werkgerelateerd zoals “Jij was mijn eerste baan, dankzij jou ben ik waar ik nu sta” en “jij bent de manager en ik ben <functie>”.
HELLINGER, BERT
Anton Suitbert Hellinger, beter bekend als Bert Hellinger wordt gezien als de grondlegger van systemisch werken en familieopstellingen. Hij is geboren in 1925 en overleed op 20 september 2019. Hij was een Duitse psychotherapeut en werkte als priester in Afrika, studeerde psychoanalyse, gestalttherapie, transactionele analyse en familietherapie.
HOLDING SPACE
Holding Space, of ook vaak ‘bedding‘ genoemd, kun je zien als het creëren van voorwaarden om liefdevol ruimte open te houden, zodat iemand anders de weg naar groei of de oplossing van een probleem kan vinden. Het betekent dat je zodanig naast iemand kunt staan dat de ander zich veilig genoeg voelt om kwetsbaar te zijn en de ruimte heeft om in een eigen tempo en op een eigen manier te kunnen groeien.
Bij ‘holding space’ is de basishouding, waarmee de begeleider wezenlijk contact maakt met zichzelf en met anderen, essentieel.
I
IDENTIFICATIE
NOG TE DOEN
IMPRINT
Imprint is in een gevoelige periode, het vanuit openheid opnemen van sterke indrukken en ervaringen in je systeem en die er daarna voor langere tijd ‘in’ blijven. Deze opname is zowel geestelijk als lichamelijk. Het verandert niet wie je écht bent, wel bepaald het je latere gedrag en ideeën in specifieke omstandigheden. Het is een waarden en overtuigingen vormende gebeurtenis. Imprint vindt plaats vanaf het moment dat een kind geboren wordt. De pasgeborene staat instinctief open voor indrukken, zoals de eerste blik van de moeder en de ervaring gevoed te worden. De eerste ervaringen zijn van enorm belang en worden – vaak onbewust – opnieuw opgezocht. Ook bij andere intens beleefde ervaringen kan ons lichaam zo open staan dat het heel gevoelig is. Denk bijvoorbeeld aan een kind dat de moeder kwijt is in de supermarkt, maar ook bij seksualiteit, trauma, geweld en sterven.
Vanuit deze imprint ontstaat hechting (binding). Dit is een gegeven: hoe meer imprint, hoe meer binding.
INNERLIJKE FAMILIE
Elke persoon heeft zijn eigen innerlijke familie: een innerlijke man, vrouw, jongen en meisje. Ongeacht onze gender en seksuele geaardheid hebben we allemaal mannelijke en vrouwelijke energie in ons en dat geldt voor elk systeem. Ook is er de onderlinge dynamiek tussen deze mannelijke en vrouwelijke energie. De indeling van eigenschappen in vrouwelijk en mannelijk is al zo oud als de mensheid. Je innerlijke familie betreft alle facetten van je persoonlijkheid. Als je goed om kunt gaan met jouw innerlijke familie en die van anderen, begrijp je jezelf en anderen veel makkelijker.
INNERLIJKE HOUDING
De innerlijke houding van de begeleider is essentieel. De innerlijke houding van de begeleider kenmerkt zich door een toestand waarbij je op een ontspannen manier aanwezig bent in het ‘lege midden‘ van je lichaam. Het is het samenspel van je lichaam, geest en ziel, waarbij je aandacht voor het grootste deel in je lichaam is, zodat je waarneemt wat daar gebeurt. Het is zowel een vaardigheid als een kwaliteit van Zijn, om gevoelens en emoties waar te nemen, zonder daar iets mee te moeten doen of iets aan te willen veranderen. Zonder oordeel en zonder weerstand ben je in het moment en neem je alles in je zelf precies zoals het is. De innerlijke ruimte die de begeleider in zichzelf kan creëren bepaalt tegelijk de bedding en de ruimte die hij/zij kan toelaten voor het wetende veld.
INTERVENTIE
Een systemische interventie is één of een serie geplande veranderingsactiviteiten die erop gericht zijn om de basisprincipes (zoals orde en balans) in een systeem te helpen herstellen en de energie weer te laten stromen. Het zijn bewuste activiteiten ondernomen door de begeleider om een beweging te creëren. Interventies binnen een opstelling bewerkstelligen een nieuw perspectief. Hierdoor kan een helende beweging ontstaan die voor de cliënt precies kan zijn wat hij of zij nodig heeft. Door middel van interventies wordt er concreet en doeltreffend gewerkt aan een werkzame oplossingsrichting.
Er zijn drie soorten systemische interventies:
Eerste orde interventies: Verandering | Persoonlijk geweten
Tweede orde interventies: Transformatie | Systeem geweten
Derde orde interventies: Transitie | Evolutionair geweten
K
KINDDEEL
Kinddeel verwijst naar het een aspect van een persoons persoonlijkheid of identiteit dat verbonden is met hun ervaringen als kind. Dit kan bijvoorbeeld verwijzen naar emoties, gedachten, behoeften of zorgen die verbonden zijn met het kinderleven van een persoon, en die nog steeds een rol spelen in hun huidige leven.
Het idee hierachter is dat iedereen een ‘innerlijk kind’ heeft. Dit innerlijk kind kan beïnvloeden hoe iemand zich voelt, denkt en reageert in het heden en kan ook een belangrijke rol spelen in relaties met anderen.
KINDBAK
NOG TE DOEN
L
LEGE MIDDEN
Het Lege Midden is de plek in jezelf van ‘zijn’, zonder oordelen en zonder ‘moeten’. Het is een toestand waarbij je op een ontspannen manier ‘aanwezig’ bent in het NU, je hoeft niets op te lossen, je vindt niks van de situatie en waarnemen doe je zonder iets te hoeven.
LOT
NOG TE DOEN
LOYALITEIT
Loyaliteit is het trouw zijn aan aangegane verbintenissen of aan hetgeen waartoe men door zijn positie verplicht voelt. Wanneer men zich echt houdt aan de (soms ongeschreven en onbewuste) afspraak is er sprake van loyaal zijn.
Loyaliteit in familiesystemen verwijst naar de onlosmakelijke band tussen ouders en kinderen. Het uitgangspunt is dat een kind ontstaat uit zijn ouders en daardoor altijd (zichtbaar en onzichtbaar) loyaal zal zijn aan hen. Er kunnen ook loyaliteitsconflicten ontstaan. Zo kan een kind zich niet loyaal voelen aan de ene ouder, zonder zich niet-loyaal te voelen aan de andere ouder. Het kind wordt gedwongen om te kiezen voor één van beide ouders zodat het van die ouder liefde kan ontvangen, maar daar tegenover staat dat het kind het gevoel heeft de andere ouder te verraden.
Wanneer de ene ouder de loyaliteit aan de andere ouder niet erkent ontstaat er onzichtbare loyaliteit. Dit kan door het bestaan van de band te ontkennen, openlijk de andere ouder te bekritiseren en/of te diskwalificeren of door de jeugdige op te zetten tegen de andere ouder.
Naast loyaliteit binnen het familiesysteem, bestaat er ook loyaliteit naar verschillende systemen. Loyaliteit naar bijvoorbeeld je manager, je oude team of een politieke partij.
LOYALITEITSCONFLICT
In zowel familiesystemen als door deelname aan andere systemen kun je in loyaliteitsconflicten raken. Zo kan een kind zich niet loyaal voelen aan de ene ouder, zonder zich niet-loyaal te voelen aan de andere ouder. Het kind wordt gedwongen om te kiezen voor één van beide ouders zodat het van die ouder liefde kan ontvangen, maar daar tegenover staat dat het kind het gevoel heeft de andere ouder te verraden.
Wanneer de ene ouder de loyaliteit aan de andere ouder niet erkent ontstaat er onzichtbare loyaliteit. Dit kan door het bestaan van de band te ontkennen, openlijk de andere ouder te bekritiseren en/of te diskwalificeren of door de jeugdige op te zetten tegen de andere ouder.
Daarnaast kun je als je deelneemt aan verschillende systemen in een mogelijk loyaliteitsconflict komen. Zo kan je loyaliteit nog liggen bij je vorige manager of wil je op je werk graag trouw blijven aan de waarden en normen die je van huis uit hebt meegekregen. Als je het gevoel hebt dat je in een conflict komt, vraag jezelf dan af aan wie of wat word je ontrouw als je mee gaat in de beweging?
M
MAGISCHE LIEFDE
We onderscheiden magische en wetende liefde. Magische liefde is de liefde waarbij een kind de taak of rol van de ouder op zich neemt. Deze familiaire taak ligt ver boven zijn eigen maat en is dus een taak die het kind onmogelijk kan overnemen. Een kind neemt het lot van de ouder over uit liefde voor deze ouder. Het kind probeert als het ware iets te herstellen of op te lossen voor zijn vader of moeder. Deze magie van het kind zoekt een weg om iets te herstellen wat niet te herstellen valt. Het voelt zich onbewust verantwoordelijk voor het lot van zijn vader of moeder en daarmee voor hun welzijn. Door dit over te nemen voelt een kind zich verbonden met het systeem van herkomst.
Deze liefde is magisch, blind en vloeit voort uit binding en is dus onvrij. Het kind ontkent bijvoorbeeld zijn eigen behoeften en doet alles wat nodig is om zijn ouders te ontlasten. Het kind zorgt zo in zekere zin en meestal onbewust voor zijn ouders, terwijl dit zijn taak niet is en hij het ook niet kan oplossen. De overgang van magische liefde naar wetende liefde begint met bewustwording van het eigen gedrag en de erkenning wat daaraan ten grondslag ligt.
MAGISCH KIND
NOG TE DOEN
MANNENLIJN
NOG TE DOEN
MAN-VROUW ENERGIE
NOG TE DOEN
META GEVOELENS
Metagevoelens zijn onpersoonlijke persoonlijke gevoelens. Er is verbinding, maar tegelijkertijd is er afstand. Het zijn gevoelens of gewaarwordingen zonder emotie. Deze gevoelens zoals wijsheid, diepe tevredenheid, deemoed, medeleven, metaliefde, moed, maar ook ‘doen wat de situatie vraagt’ zijn van een andere kwaliteit en stijgen boven de andere uit. Bert Hellinger beschrijft dat wijsheid het hoogste metagevoel is. Wijsheid wordt geassocieerd met moed, deemoed en met levensenergie. Je kunt deze gevoelens niet oproepen, ze komen uit zichzelf, als een zegen. Denk hierbij aan wat een chirurg ervaart terwijl hij opereert. De discipline die nodig is om dat te doen wat er op dat moment te doen is. Of het slechte gevoel dat je kunt hebben wanneer je op het punt staat iets te doen dat niet in overeenstemming is met je ziel. Noem het een geweten van hogere orde.
MOEDERWOND
De moederwond is een systemische kwetsuur die je bewust of onbewust hebt opgelopen als (nog ongeboren) baby, klein kind of jonge volwassenen in de relatie met je moeder. De rol van je moeder is de poort naar het vrouwelijke in jezelf en staat in relatie met het leven op zich. Het gaat over het leven (on)volledig kunnen en durven aannemen, jezelf beperkt of klein houden en de relatie met je binnenwereld. Zo kun je een moeder hebben gehad die (emotioneel) afwezig was. Of juist een moeder die heel behoeftig of claimend was en zelf veel aandacht nodig had. Wat de relatie ook was of is, het heeft invloed op de relaties die jij zelf aan gaat en in welke mate jij in het leven kunt staan en kunt stralen.
Het helen van de moederwond gaat niet over het beschuldigen van je moeder, want ook deze patronen zijn generatie op generatie doorgegeven. De moederwond gaat uiteindelijk niet over je moeder, maar over jezelf. Het gaat erom dat je eerlijk kijkt naar de relatie met je moeder, erkent wat er is en zo waardevolle inzichten kunt opdoen over jezelf en over je relaties.
O
ONDERBROKEN UITREIKING
NOG TE DOEN
ONDERSTROOM
Naast de bovenstroom heb je de onderstroom. De onderstroom wijst op de onzichtbare facetten binnen het systeem, waar de bovenstroom wijst op alles wat zichtbaar is, het tastbare, zoals gedrag, datgene wat gezegd en gedaan wordt en symptomen die zich openbaren. Bij de bovenstroom kun je spreken van what you see is what you get. Bij de onderstroom spreek je van what you don’t see is what you get. De onderstroom omvat alles wat niet zichtbaar is. Denk daarbij aan de cultuur, emoties en bepaalde dynamieken. Vergelijk het met een ijsberg waarbij slechts het puntje van de ijsberg (de bovenstroom) te zien is, maar het grootste gedeelte onder water bevindt en niet zichtbaar is (de onderstroom). De bovenstroom daarentegen beïnvloedt de onderstroom en de onderstroom beïnvloedt de bovenstroom. Met systemisch werk probeer je het onzichtbare zichtbaar te maken.
OPSTELLER
De begeleider van een opstelling noemen we de opsteller. Deze persoon heeft bij voorkeur een opleiding afgerond gericht op het gebied van systemisch werk en zal vaak ook opgeleid zijn als psycholoog, coach of therapeut. Volgens Bert Hellinger is de basis van het opstellen dat de begeleider van een opstelling weet dat hij in dienst staat van de werkelijkheid die aan het licht komt. Een begeleider is dus niet iemand die iets doet, die uit zichzelf iets in gang zet of wil bereiken. De begeleider weet dat hij slechts in waakzame terughoudendheid de ruimte schept voor het verborgene om aan het licht te komen.
Een belangrijke kwaliteit van de opsteller is de basispresentatie waarbij de opsteller op een ontspannen manier aanwezig kan zijn in het ‘lege midden‘ en de mate waarin de begeleider de innerlijke ruimte in zichzelf kan creëren. De begeleider is geoefend in het fenomenologisch waarnemen.
OPSTELLINGEN
Een opstelling, ook wel constellatie genoemd is een ruimtelijke weergave van een systeem, bijvoorbeeld van je familie of van de organisatie waarin je werkt. Een opstelling geeft een andere kijk op de oorzaken van bepaalde emoties of gedrag. Het maakt het onzichtbare zichtbaar.
Een opstelling vindt plaats 1-op-1 of in groepsverband, onder leiding van een professionele opsteller. Als deelnemer breng je een vraag of thema in. Daarna kies je uit de groep aanwezigen of voorwerpen, enkele representanten die staan voor jouzelf, jouw familie of voor het thema. Deze representanten vertegenwoordigen bijvoorbeeld je vader, moeder, opa of oma, maar kunnen ook staan voor een thema, je manager, het bedrijf of de last die je draagt. Met deze representanten maak je een zogenaamde ruimtelijke opstelling. Je zet jouw innerlijke beeld neer waar je vervolgens van een afstand naar kunt kijken. Representanten geven weer wat zij op die plek ervaren. Je maakt in principe een levende foto van jouw innerlijk beeld. Hierdoor worden onbewuste verbanden en patronen zichtbaar.
OPSTIJGEN
NOG TE DOEN
ORDENING
Iedereen heeft binnen het systeem een eigen plek met daarbij behorende verantwoordelijkheid. Een unieke eigen plek. We noemen dat ordening. In een familiesysteem is de ordening heel eenvoudig. Wie het eerst komt is hoger in de ordening. Dat betekent dat grootouders voor de ouders gaan, ouders voor de kinderen en kinderen voor de kleinkinderen. Daarnaast heb je ook een horizontale ordening. Daarbij hebben kinderen hun plek in de kinderrij. Het oudste kind komt eerst, en daarna volgen het tweede en derde kind. Tijd is daarmee dus een belangrijke factor in de familieordening. De oudste heeft hierbij dus andere rechten en plichten dan bijvoorbeeld de jongste. De ene plek is niet meer of minder waard, beter of slechter. Als de natuurlijke rangorde binnen het gezin duidelijk is, dan is dat systemisch in balans.
Daarnaast hebben ook organisaties hun eigen systeem en ordening. Zo zijn er in organisatiesystemen bepaalde functies te vergelijken met de rollen en plekken in een gezin. Hierbij kun je leidinggevenden zien als vaders en moeders, medewerkers als kinderen, teamgenoten als broers en zussen. De ordeningsprincipes van organisaties verschillen met die van het familiesysteem. In het familiesysteem is er één belangrijk principe bij ordening, namelijk tijd, de dag van de geboorte. Bij organisaties is dat iets complexer. In organisaties zijn er meer ordeningsprincipes. Zo heb je ordening op het gebied van invloed en functies. Maar ook anciënniteit zoals het aantal jaren ervaring, aantal jaren binnen de organisatie, aantal jaren binnen het team. Ordening is niet hetzelfde als hiërarchie, maar het is mooi als de hiërarchie en ordening samenvallen.
ORGANISATIEOPSTELLING
Een organisatieopstelling is een ruimtelijke weergave van een organisatie, waarin medewerkers, afdelingen, klanten, producten, thema’s of doelen (vertegenwoordigd door ‘representanten’) in de ruimte worden opgesteld in verhouding tot elkaar. Opstellingen werden eerst gebruikt om familiesystemen te onderzoeken, maar inmiddels wordt de werkwijze ook toegepast op het gebied van team- en organisatievraagstukken binnen bedrijven, instellingen en verenigingen.
OVERLEVINGSMECHANISME EN OVERLEVINGSSTRATEGIE
Een overlevingsmechanisme is onbewust gedrag dat als doel heeft gehad je te helpen bij bepaalde pijnlijke of onplezierige situaties. Deze overlevingsmechanismen, ook wel overlevingsstrategieën genoemd, ontwikkelen we vaak als we kind zijn. Het is het vertonen van bepaald aangeleerd, vaak onbewust gedrag, dat je geholpen heeft om door bepaalde pijnlijke of onplezierige situaties heen te komen. Dit gedrag was in de kindertijd behulpzaam en misschien zelfs een manier om te overleven. Toen had je dit gedrag nodig. Als volwassene, kun je op een gegeven moment je overlevingsmechanisme als een belemmering ervaren en staat het je in de weg.
OVERLEVINGSMECHANISMEN VAN SYSTEMEN
Met behulp van duizenden opstellingen, ontdekte Bert Hellinger 3 mechanismen. Deze overlevingsmechanismen van systemen noemde hij de drie gewetens en zijn de basis van de systemisch fenomenologische manier van werken. De drie gewetens zijn als volgt:
1) Het Persoonlijk Geweten (Eenheid-geweten)
2) Het Collectieve Geweten (Systeem-geweten)
3) Het Spirituele Geweten (Evolutionair-geweten)
P
PARENTIFICATIE
Van parentificatie is sprake als een kind de verantwoordelijkheid op zich neemt voor het welbevinden van een ouder. Oftewel het kind wordt de ouder van zijn ouder. In gezinnen waar ouders zijn gescheiden of één van de ouders niet (emotioneel) aanwezig was, ontstaat dit al snel. Een kind houdt zoveel van zijn ouders, dat hij bijvoorbeeld de pijn die een ouder heeft niet kan verdragen en daarom voor zijn ouders gaat zorgen. Hierdoor komt een kind minder toe aan zijn eigen behoeften en geeft het meer aan zijn ouders dan dat het zelf neemt. Dit doet het kind omdat de pijn van de ouders voor hen niet te verdragen is. Ze gaan daarom op zoek naar een oplossing om de pijn van de ouders mee te kunnen dragen. Als dat gebeurt verschuift het kind van zijn kindpositie; ‘de kleine’, naar de ouderpositie; ‘de grote’.
Buiten het familiesysteem om zou je kunnen zeggen dat bij parentificatie iemand terecht komt boven de eersthogere laag. Waar dat bij een familiesysteem betekent dat iemand als het ware de ouder van zijn ouder wordt, is dat in een organisatie wanneer iemand systemisch en innerlijk boven zijn leidinggevende terechtkomt. Parentificatie is een verstoring van de natuurlijke ordening en kan daardoor voor flink wat onrust leiden in een systeem.
PATRONEN
Het verschijnsel dat mensen herhaaldelijk eenzelfde positie innemen of de relaties tussen de leden van de groep eenzelfde ‘regel’ volgen, noemen we in het systemisch werk een patroon. Waar met een dynamiek de beweging wordt bedoeld, gaat het bij een patroon om het terugkerende karakter van enkele elementen. Patronen ontstaan door de werking van het systeemgeweten. Patronen zijn daarbij dus reacties van het systeem op verstoorde systemische principes. Je kunt patronen daarom zien als oplossingen, reacties van een systeem.
Veel voorkomende patronen zijn:
– Opstijgen naar een hogere laag, zoals de laag van (groot)ouders of leidinggevenden
– Andermans opgave vervullen
– Triangulatie
– Parentificatie
– Dubbelbeeld
– Onbewuste identificatie
PERSOONLIJK GEWETEN
Het eerste geweten is het persoonlijk geweten en zorgt voor de overleving van het individu. Het wordt ook wel het eenheid-geweten of groep-geweten genoemd omdat het betrekking heeft op het individu in een groep of eenheid zoals een familie of een team.
Dit geweten ervaar je op een bewuste manier en het lijkt op een zintuig dat je laat weten in welke mate je ergens bij hoort of niet, binnen de regels van de groep blijft en het geven en nemen in balans is. Het is een innerlijk besef van goed en kwaad en je zou het kunnen omschrijven als een innerlijk oriëntatiepunt. Denk daarbij aan het gevoel als je ergens bij hoort of niet, je je aan de groepsregels houdt of dat je een bepaald kader zou willen ervaren om je veilig te voelen. Het persoonlijke geweten vertelt je de do’s and don’ts van een groep. Zo kan het dus zijn dat iemand anders reageert in de ene groep dan in de andere groep.
PLEK
Iedereen heeft binnen het systeem een eigen plek met daarbij behorende verantwoordelijkheid. Een unieke eigen plek. Het is de plek waar jij je het meest stevig en krachtig voelt. We noemen dat ordening. De plek die jij inneemt in jouw (familie)systeem heeft invloed op jouw gedrag. Deze plek wordt in een familiesysteem bepaald door jouw geboorte. Je wordt geboren als kind van je ouders, dus ten opzichte van jouw ouders neem jij de kindplek in. Ben jij geboren als tweede kind, dan krijg jij de plek van het tweede kind. In een organisatie is dat iets complexer omdat er meer ordeningsprincipes. Zo heb je ordening op het gebied van invloed en functies. Maar ook anciënniteit zoals het aantal jaren ervaring. Ieder lid van het systeem zoekt innerlijk naar de eigen eigen plek.
Om verschillende redenen kan het zijn dat je (onbewust) van ‘je plek afgaat’. Je kan dan afdalen of opstijgen naar een andere plek. Zo kan het zijn dat je innerlijk en gevoelsmatig de plek hebt ingenomen van je ouders of van je manager. Je neemt dan teveel verantwoordelijkheid dan eigenlijk bij je past. Alleen jij kan jouw eigen plek innemen. Als de natuurlijke rangorde binnen een systeem duidelijk is en de eigen plek is ingenomen, dan is dat systemisch in balans.
PLEK INNEMEN
Iedereen heeft binnen het systeem een eigen plek met daarbij behorende verantwoordelijkheid. Een unieke eigen plek. Om verschillende redenen kan het zijn dat je (onbewust) van ‘je plek afgaat’. Je kan dan afdalen of opstijgen naar een andere plek. We spreken van eigen plek innemen als je weer (bewust) innerlijk afdaalt of opstijgt naar jouw eigen plek. Door je bewust te worden van de dynamieken in de verschillende systemen en dus bewust te worden van jouw gedrag en jouw patronen, krijg je zicht op wat het maakt dat je de dingen doet die je doet en waarom je dat doet. Door dit inzicht ben je instaat om je gedrag te veranderen en bewust te kiezen voor de plek die je in neemt.
PRIMAIRE EMOTIES
Primaire emoties ontstaan als directe reactie op een prikkel van de buitenwereld. Het is een onvervalste, oorspronkelijk innerlijke reactie op een gebeurtenis in de wereld om ons heen. Primaire gevoelens zijn eenvoudig en vragen niet om een uitgebreide beschrijving. De energie is hoog, ze zijn kort en heftig. Primaire emoties blijven niet langer dan nodig, vaak tussen de 10 en 120 seconden. Ze zijn daardoor verbonden met de werkelijkheid, het hier en nu. Ze hebben de mooie eigenschap dat ze een helende werking hebben, of ze nu positief of negatief zijn. Ze maken namelijk iets vrij zodat je weer verder kan. Ze hebben hun werk gedaan en houdt dan op. Na afloop voel je rust, ruimte en kracht. Denk bij primaire emoties aan bang, bedroefd, boos, blij en lichaamgevoelens wat signalen zijn van lichamelijke behoeften.
PROJECTIE
Projectie betekent dat je jouw eigen gevoelens en emoties projecteert op een ander, zodat je er zelf niet mee hoeft om te gaan. Projectie is het toekennen van positief of negatief gedrag aan anderen, dat je zelf ontkent, verdringt of negeert, zodat we er zelf niet mee geconfronteerd hoeven te worden en we het dus buiten ons bewustzijn houden. Carl Jung omschreef deze weggestopte aspecten van onze persoonlijkheid als onze ‘dark side’ of Schaduwkant. Deze schaduwkant zijn persoonskenmerken waarvan we ooit geleerd hebben en/of zelf bestempelen dat deze niet oké zijn. Dat hoeft dus niet direct te betekenen dat een schaduwkant perse negatief is. Zo kun je geleerd hebben dat je niet mag huilen en is je schaduwkant dan juist het uiten van je gevoel.
R
RAKE VRAGEN
Siets Bakker, de schrijfster van het boek Rake Vragen, beschrijft Rake vragen als vragen die beweging brengen. De vragen maken los wat vastzit. Zelfs als je niet eens weet wat er vastzit. Of zelfs dát er iets vastzit. Je bent dan al zo aan iets gewend, dat het niet eens in je opkomt dat er iets vastzit, en dat daar iets aan te doen valt. Maar beweging, dat iets stroomt, dat is de natuurlijke manier van zijn. Want alles is met elkaar verbonden.
REPRESENTANT
Als representant vertegenwoordig je de plek van iemand of iets in de opstelling. Je speelt dus geen rol, maar je representeert. Je gaat op een plek staan in de ruimte en op dat moment ben je in contact met de energie van die persoon, object of thema in die situatie en kun je informatie binnen krijgen. Als je representant bent, dan stap je dus in een onbekend systeem: je ervaart onbekende gevoelens en gewaarwordingen. Daarbij ervaar je impulsen en uit en verwoord je je waarneming zo duidelijk en gepast mogelijk. Je creëert daarbij ruimte voor een diepere laag van bewustwording. Iedereen kan in principe representant zijn. Je hoeft hiervoor niet over bepaalde vaardigheden of ervaring te beschikken. Het enige wat gevraagd wordt is een open, nieuwsgierige, respectvolle en integere houding.
Een representant haalt zijn of haar informatie uit wat we het wetende veld noemen. Dit veld ontstaat op het moment dat een opstelling begint. Hoe dit kan is niet te verklaren, elke uitleg doet de werking van een opstelling teniet.
S
SCHULD
NOG TE DOEN
SECUNDAIRE EMOTIES / GEVOELENS
Secundaire emoties dekken primaire emoties af, het zijn vervormingen van primaire emoties. Wanneer secundaire emoties niet gestopt worden kunnen ze vaak langdurig zijn. Ze kunnen dan uren, dagen, jaren duren. Waar primaire emoties het gevoel van echtheid en authenticiteit oproepen, roepen secundaire emoties het gevoel op van onechtheid moeheid en irritatie. Secundaire emoties zijn verbonden met innerlijke beelden, verhalen en concepten waar iemand krampachtig aan wil vasthouden. Zo kan bijvoorbeeld iemands boosheid blijven hangen of telkens terugkomen.
De functie van deze emoties is om de onderliggende pijn niet te hoeven voelen. Het is een beschermingsmechanisme. Je voelt wellicht tijdelijk verlichting, maar het heelt niet. Bij secundaire emoties kun je denken aan frustratie, cynisme, roddelen klagen en slachtoffergedrag. Zo kan iemand verdriet tonen, maar zit daaronder eigenlijk boosheid, of toont iemand blijdschap terwijl er angst is. Als iemand secundaire gevoelens ervaart dan worden vaak ook de ogen gesloten. Als men hun ogen open kan doen, echt kan kijken en nog steeds bij het gevoel kan blijven dat ze op dat moment hebben, dan gaat het doorgaans om een primair gevoel.
SIGNALEN
NOG TE DOEN
SLACHTOFFER
De dader-slachtoffer dynamiek is een veel voorkomende en zeer belangrijke dynamiek in systemisch werk, waarbij de dader en slachtoffer energetisch aan elkaar verbonden zijn geraakt. Dader wordt men door een daad waarmee men een ander schade toebrengt. Denk daarbij aan geweld, doodslag, diefstal, maar ook aan liegen of bedrog. Slachtoffer wordt men door het opdoen van lichamelijke of psychische schade.
We dienen onderscheid te maken tussen iemand die daadwerkelijk slachtoffer is en mensen die slachtoffergedrag vertonen. Iemand met slachtoffergedrag zal zichzelf als slachtoffer van de omstandigheden ervaren en veelal secundaire gevoelens uiten. De primaire emoties die daaronder schuil gaan worden vaak niet toegelaten. Een daadwerkelijk slachtoffer heeft bijvoorbeeld een direct pijnlijke en traumatische ervaring opgedaan en zit dus vol met primaire gevoelens. Het is een menselijke reactie dat je begaan bent met het slachtoffer en dat je daardoor mogelijk partij kiest. In systemisch werk wil je daarom innerlijk naast de dader gaan staan in plaats van naast het slachtoffer.
SPIRITUEEL GEWETEN
Het derde geweten is het spirituele geweten en het geweten dat uitstijgt boven het persoonlijk geweten en het collectieve geweten. Het wordt ook wel het evolutionair of het universele geweten genoemd omdat het zorgt voor de grote stroom van ontwikkeling. Hellinger noemde dit geweten Geist (Geest). Het is een kracht die hele samenlevingen in beweging brengt en patronen kan ontwrichten. Het verwijst naar de verbinding met een groter geheel. Het kan gezien worden als een laag waarop geen polariteiten meer bestaan. Het overstijgt de dualiteit, het schept en het vernietigd zonder oordeel, het creëert goed en kwaad, licht en donker, etc. Ieder mens behoort tot het grotere geheel.
STRUCTUUROPSTELLINGEN
Structuuropstellingen zijn opstellingen die meer gericht zijn op het proces om een probleem of situatie te verhelderen en hierin meer inzicht te krijgen. Ze gaan dus over het probleemveld van een cliënt. Een structuuropstelling werkt dus niet met leden uit een familie of een organisatie, maar met thema’s zoals loopbaan, dilemma’s, commerciële vraagstukken etc..
SYSTEEM-EMOTIES
Tertiaire emoties hebben een systemische achtergrond, daarom worden ze ook wel systeememoties genoemd of overgenomen gevoelens. Deze overgenomen gevoelens, zoals angst, verdriet of bezorgdheid zijn gevoelens die zijn overgenomen van iemand uit je familiesysteem en kunnen al tijdens de zwangerschap zijn overgenomen door de ander. Vaak gaat het zo ver terug dat men ze niet meer kan herinneren wanneer deze begonnen zijn en is men er daardoor weinig van bewust. Systeememoties voelen in eerste instantie als eigen emoties, maar horen niet bij de eigen persoonlijkheid, maar bij iemand anders uit het familiesysteem. Het geeft een ‘oneigen’ gevoel. Het is immers geen weergave van een eigen ervaring of eigen trauma. Denk hierbij aan iemand die zonder echte aanleiding heel angstig of verdrietig is, uit een opstelling kan dan blijken dat dit is overgenomen van één van de grootouders die vanwege de pijn niet echt kon rouwen.
SYSTEEM-GEWETEN
Het tweede geweten is het collectieve geweten en zorgt voor de overleving van een systeem als geheel. Het wordt ook wel het familiegeweten of het systeemgeweten genoemd, omdat het betrekking heeft op het voortleven van het hele systeem, zoals de familie, de kudde, de organisatie, etc. In tegenstelling tot het persoonlijk geweten is het onbewust en is dit niet voelbaar of waarneembaar, het werkt in het verborgene. De effecten zijn wel merkbaar. Het gaat hierbij ook niet over goed en fout.
Het collectieve geweten zorgt niet voor het individu maar het waakt over het hele systeem. Daarbij gaat het systeem als geheel, voor het individu en kan het dus zelfs individuen opofferen zodat het systeem kan blijven voortbestaan. Het gaat op het gebied van dit geweten over dat niemand mag worden uitgesloten, alles en iedereen hoort erbij, iedereen heeft een eigen plek en de balans tussen geven en nemen.
SYSTEMISCHE BOEDELSCHEIDING
Systemische boedelscheiding is het proces in de vorm van een opstelling die je doet als het je niet lukt om iets nieuws te beginnen omdat er nog een verbinding met het eerdere is. Denk daarbij aan de overgang naar een nieuwe baan, bij het beëindigen en het opnieuw aangaan van een relatie of als iemand een dierbare verloren is. Op een bepaald niveau ben je nog verbonden met het eerdere, door dit systemisch af te sluiten, dan pas is er een nieuwe verbinding mogelijk. Tijdens de systemische boedelscheiding onderzoek je dat wat er gegeven is, wat er genomen is en erken je de disbalans. Door ook dat terug te nemen wat bij jou hoort ontstaat er ruimte om weer in de richting van jouw toekomst te stappen.
SYSTEMISCH PARKEREN
Systemisch parkeren is het proces waarbij je het versluierende thema wel erkent, maar (nog) niet de verdere beweging zet om hier verder in te duiken of op te lossen. Systemisch parkeren is een interventie wat je onder andere kunt toepassen bij een dubbelbeeld. Het kan zijn dat er tijdens een opstelling een ander nieuw thema zichtbaar wordt, maar dat je dat systemisch wilt parkeren. Je erkent dan eerst dat er nog wat speelt en vervolgens geef je aan dat je merkt en ziet dat het thema bovendrijft en dat wanneer het ooit nog nodig is om dit thema te onderzoeken, dat je dat zal doen op een moment dat passend is en in de juiste setting. Je bedankt dat wat zichtbaar werd. Je hebt het thema dan systemisch geparkeerd en je kunt dan weer verder gaan met de opstelling.
T
TAFELOPSTELLING
Een tafelopstelling is een familie- of organisatieopstelling die je op een tafel maakt met bijvoorbeeld poppetjes (van lego of playmobiel), houtblokken, stukjes papier of andere voorwerpen. Tafelopstellingen kun je daardoor gewoon 1 op 1 doen, tijdens een coachsessie of intakegesprek bijvoorbeeld.
Een opstelling is een manier van systemisch werken en een uitermate geschikte methode om inzicht te krijgen in jouw patronen, thema’s en vraagstukken. Simpel en enorm krachtig. Een opstelling werkt verhelderend. Het geeft inzicht in patronen die normaal gesproken verborgen blijven, omdat ze zich in ons onderbewuste bevinden. Doordat je van een afstandje waarneemt en als het ware naar jezelf in het systeem kijkt, kun je het vraagstuk beter overzien.
TERTIAIRE GEVOELENS
Tertiaire emoties hebben een systemische achtergrond, daarom worden ze ook wel systeememoties genoemd of overgenomen gevoelens. Deze overgenomen gevoelens, zoals angst, verdriet of bezorgdheid zijn gevoelens die zijn overgenomen van iemand uit je familiesysteem en kunnen al tijdens de zwangerschap zijn overgenomen door de ander. Vaak gaat het zo ver terug dat men ze niet meer kan herinneren wanneer deze begonnen zijn en is men er daardoor weinig van bewust. Systeememoties voelen in eerste instantie als eigen emoties, maar horen niet bij de eigen persoonlijkheid, maar bij iemand anders uit het familiesysteem. Het geeft een ‘oneigen’ gevoel. Het is immers geen weergave van een eigen ervaring of eigen trauma. Denk hierbij aan iemand die zonder echte aanleiding heel angstig of verdrietig is, uit een opstelling kan dan blijken dat dit is overgenomen van één van de grootouders die vanwege de pijn niet echt kon rouwen.
TRAUMAOPSTELLINGEN
Een traumaopstelling is een opstellingsmethode waarbij een verlangen geformuleerd wordt om de opstelling mee te doen. De traumaopstelling is gebaseerd op het werk van prof. dr. Franz Rupport, IoPT, oftewel Identiteitsgerichte Psychotraumatische Therapie. Bijna iedereen raakt gedurende zijn leven iets van zichzelf ‘kwijt’, als reactie op pijnlijke ervaringen in je verleden. Deze pijn werd veroorzaakt door een situatie, gebeurtenis of reactie die je als bedreigend of overweldigend hebt ervaren. Het trauma, groot of klein, ontstaat omdat je een heftige situatie niet kunt verwerken. Om die gebeurtenis die het trauma creëerde te kunnen ‘overleven’ heb je je pijn afgesplitst, noem het weggestopt, om het niet meer te hoeven voelen. Zo deelt de ziel zich door het trauma in drie delen, een getraumatiseerd deel, een overlevingsdeel en een gezond deel. Door een opstelling kan een traumatische ervaring verwerkt worden en kan er een integratie van innerlijke getraumatiseerde delen uit de vroege jeugd -of later in de levensloop- plaatsvinden.
TRIANGULATIE
Triangulatie is een driehoeksverhouding, die kan ontstaan tussen ouders en een kind, maar ook tussen leidinggevende en medewerker. Je zou kunnen zeggen dat iemand terecht is gekomen op een eersthogere laag. Het patroon van triangulatie ontstaat wanneer het kind (of de lagere laag) de verantwoordelijkheid krijgt om de relatie van de ouders (of de hogere laag) in stand te houden. Eén van de meest voorkomende patronen is wanneer vader en moeder een conflict hebben en het kind wordt uitgenodigd om een coalitie te vormen tegen de ander. Of je wordt als kind ingezet als bemiddelaar of als boodschapper tussen je ouders. Je wordt dan in principe ergens ingezogen, waar je van nature niet thuishoort. Zo raak je verstrikt in de relatie van je ouders. Dit is niet de schuld van het kind, want de zuigkracht van het systeem is namelijk te sterk. Bij organisaties kun je denken aan een teamleider die deelneemt aan het MT van zijn manager of een stafmedewerker die de rechterhand is van de directie.
U
UITREIKEN
NOG TE DOEN
UITWISSELEN
NOG TE DOEN
UNIVERSELE GEWETEN
Het derde geweten is het spirituele geweten en het geweten dat uitstijgt boven het persoonlijk geweten en het collectieve geweten. Het wordt ook wel het evolutionair of het universele geweten genoemd omdat het zorgt voor de grote stroom van ontwikkeling. Hellinger noemde dit geweten Geist (Geest). Het is een kracht die hele samenlevingen in beweging brengt en patronen kan ontwrichten. Het verwijst naar de verbinding met een groter geheel. Het kan gezien worden als een laag waarop geen polariteiten meer bestaan. Het overstijgt de dualiteit, het schept en het vernietigt zonder oordeel, het creëert goed en kwaad, licht en donker, etc. Ieder mens behoort tot het grotere geheel.
UNIVERSELE PRINCIPES
Er zijn enkele universele principes, ook wel de wetmatigheden van systemen genoemd. Ze zijn altijd en overal van toepassing. Bert Hellinger heeft vele opstellingen gedaan, hij ontdekte daarbij patronen in zijn waarnemingen. Zo ontdekte hij dat er bijvoorbeeld een ordening was in families en dat er rust ontstond als deze ordening helder en duidelijk was. In het systemisch werken komt telkens naar voren dat een systeem gezond functioneert wanneer de wetmatigheden gerespecteerd worden. De universele principes zijn:
1) Erbij horen (Binding)
2) Ordening
3) Balans in geven en nemen (Uitwisseling)
4) Erkennen
V
VEILIGHEID
NOG TE DOEN
VADERWOND
De vaderwond is een kwetsuur die je bewust of onbewust hebt opgelopen als klein kind of jonge volwassenen in de relatie met je vader. De rol van je vader heeft invloed op het handelen en het succes richting en in de buitenwereld. Het gaat over datgene wat je tegenhoudt om als bewuste, vrije en krachtige man of vrouw vol vertrouwen je eigen pad te kunnen volgen in de buitenwereld. Zo kun je een vader hebben gehad die (emotioneel) afwezig was of waarvan hun mannelijke energie verzwakt of onderdrukt was. Of juist een vader die heel dominant en autoritair aanwezig was, waardoor er wellicht veel negatieve energie was of een onveilig gevoel. Of misschien werd je wel teveel op handen gedragen, waardoor je nu nog steeds als prinsesje behandeld wilt worden. Wat de relatie ook was of is, het ontwikkelt vaak een denkbeeld dat je niet goed genoeg bent, je je wilt gaan bewijzen en continue opzoek gaat naar erkenning, of moeite hebt om (daad)krachtig te zijn.
Het helen van de vaderwond gaat niet over het beschuldigen van je vader, want ook deze patronen zijn generatie op generatie doorgegeven. De vaderwond gaat uiteindelijk niet over je vader, maar over jezelf. Het gaat erom dat je eerlijk kijkt naar de relatie met je vader, erkent wat er is en zo waardevolle inzichten kunt opdoen over jezelf en over je relaties.
VELD
In systemisch werk wordt gebruik gemaakt van de ruimte als energetisch veld, Bert Hellinger noemde dit ‘het wetende veld’. Dit wetende veld is een bron tijdens opstellingen. In een opstelling openbaart zich dit krachtenveld, waarvan niet precies bekend is hoe dit werkt. Rupert Sheldrake was een van de eerste wetenschappers die hier een naam aan gaf namelijk het morfisch veld. Het betreft een veld waarin leden van een familie of een groep van soortgenoten onderdeel van zijn en samen dezelfde intelligentie delen. Door dit veld ervaren begeleider, maar ook de cliënt en representanten wat er gaande is in het (familie)systeem.
VERBINDING
NOG TE DOEN
VERLANGEN
NOG TE DOEN
VERSTRIKKINGEN
Bij systemen spreken we over verstrikkingen. Een verstrikking is een verwikkeling in een systeem die belemmerend werkt. In ieder systeem is een geweten werkzaam waarbinnen de systemische orde is opgeslagen. Als er verstoringen op het gebied van de universele principes in dit geweten optreden, dan ontstaan er verstrikkingen. Het zichtbaar maken van een verstrikking geeft de mogelijkheid hierin verandering te brengen.
W
WETENDE LIEFDE
We onderscheiden magische en wetende liefde. De overgang van magische liefde naar wetende liefde begint met bewustwording van het eigen gedrag en de erkenning wat daaraan ten grondslag ligt. Wetende liefde ontstaat wanneer een volwassene bewust wordt van zijn kinderlijke liefde en inziet dat door zijn liefde en offers de moeilijkheden, de ziekte, de dood en het lot niet overwonnen worden. Het betekent het verdriet van dit gemis erkennen en doorvoelen. Dat doe je door het lot van je ouders (opnieuw) bij je ouders te laten en de verantwoordelijkheid voor je eigen welzijn op je te nemen. De binding verandert dan in verbinding en via deze wetende liefde kun je daadwerkelijk kiezen om verbinding te maken met de ander.
WETENDE VELD
In systemisch werk wordt gebruik gemaakt van de ruimte als energetisch veld, Bert Hellinger noemde dit ‘het wetende veld’. Dit wetende veld is een bron tijdens opstellingen. In een opstelling openbaart zich dit krachtenveld, waarvan niet precies bekend is hoe dit werkt. Rupert Sheldrake was een van de eerste wetenschappers die hier een naam aan gaf namelijk het morfisch veld. Het betreft een veld waarin leden van een familie of een groep van soortgenoten onderdeel van zijn en samen dezelfde intelligentie delen. Door dit veld ervaren begeleider, maar ook de cliënt en representanten wat er gaande is in het (familie)systeem.
WETMATIGHEDEN
Er zijn enkele universele principes, ook wel de wetmatigheden van systemen genoemd. Ze zijn altijd en overal van toepassing. Bert Hellinger heeft vele opstellingen gedaan, hij ontdekte daarbij patronen in zijn waarnemingen. Zo ontdekte hij dat er bijvoorbeeld een ordening was in families en dat er rust ontstond als deze ordening helder en duidelijk was. In het systemisch werken komt telkens naar voren dat een systeem gezond functioneert wanneer de wetmatigheden gerespecteerd worden. De universele principes zijn:
1) Erbij horen (Binding)
2) Ordening
3) Balans in geven en nemen (Uitwisseling)
4) Erkennen
Z
ZIEKTEOPSTELLING
Tijdens een ziekteopstelling kijken we naar de gevoelslaag van de klachten of ziekte en kijken we met liefde en compassie naar de ziekte en de balans die deze ziekte in het familiesysteem wil herstellen. Je kunt middels een ziekteopstelling onderzoeken wat de systemische ‘boodschap’ is van een ziekte of een symptoom. Vanuit het systemisch perspectief bekeken is ziekte een onderdeel van het familiesysteem en een uiting van het lichaam om iets dat in het familiesysteem gezien wil worden zichtbaar te maken. Ziekte kun je daarom zien als een soort van boodschapper, met informatie om je dichter bij jouw kern te brengen en in verbinding met jouw levensstroom. Terugkerende gezondheidsklachten en ziekte verwijzen daarmee vaak naar iets in het familiesysteem dat is buitengesloten.
ZIJN
NOG TE DOEN
ZONDER-OORDELEN
NOG TE DOEN
Meer weten over familieopstellingen?
Sommige mensen vinden het prettig om meer te weten over familieopstellingen! Neem gerust contact met me op. Ik maak graag kennis met jou tijdens een kennismakingsgesprek. In dit gesprek kunnen we samen bekijken wat het beste bij jou past.